Een belangrijke toevoeging vooraf: de spagaat is de basishouding voor de kunsten buiging, compliment en knielen. Als jij dus een van deze drie oefeningen (veilig) aan je paard wil leren, moet je paard de spagaat al kennen. Verder is deze wijdbeense positie af te raden bij oude paarden – met een slechte conditie en/of slechte gewrichten – en paarden onder de 2,5 jaar.
Benodigde kunsten die je paard moet kennen voor het aanleren van deze oefening zijn toucheren (het aanraken van je hand: voorwaarts) en achterwaarts. Kijk voor uitleg over deze twee kunsten vooral nog even op het blog, want deze zijn allebei al behandeld. Het is daarbij sowieso verstandig om eerst wat andere (kleine) kunstjes aan je paard te leren, voordat je aan dit grote werk begint. De basis moet, altijd, goed zijn.
De spagaat! We kennen dit begrip allemaal wel, alhoewel maar een select, uitverkoren groepje dit ook daadwerkelijk kan uitvoeren met hun eigen lichaam – ik weet in ieder geval dat ik met een wijde, immense boog buiten deze elite val. Lieve kan echter wél in een spagaat gaan staan, maar deze lijkt in de verste verte niet op de menselijke variant. En dit is maar goed ook, anders had mijn beste beestje zeker een paar probleempjes met haar botten, benen, spieren, en verdere algemene lichaam. Kijk even naar de toegevoegde foto hier (helemaal) beneden voor een duidelijk beeld van een paardse spagaat – ik kijk hier overigens vreselijk blij omdat dit een van de eerste keren was dat Liefje deze oefening zonder balkje deed.
Voor de oplettende lezers onder ons is het dus al duidelijk dat je voor het aanleren van deze oefening een balkje nodig hebt – het maakt het aanleren van deze oefening in ieder geval een stuk makkelijker. In mijn geval gebruikte ik een houten paal (je kunt ook voor iets anders kiezen, een dikke tak bijvoorbeeld, of een hindernisbalk) waar ik op een dag vol tegenaan knalde bij binnenkomst in de wei. Terwijl ik deze nieuwe deuk op de rolstoel bestudeerde, besloot ik dat het lot het nu eenmaal zo bedoeld had en sleurde het splinterige ding naar Lieve toe. Het aanleren van de spagaat was begonnen!
Dit gaat als volgt: je legt het balkje (recht) voor je paard neer, en zet hem hier zó overheen dat zijn achterhoeven het hout bijna raken. Vervolgens vraag je hem naar voren; hier pas je de oefening toucheren dus toe. Gebruik hier trouwens niet het stemcommando voor toucheren zelf, maar een nieuw stemcommando: dat voor de spagaat (ik zeg altijd ‘wijd’). Dit, plus het toucheren, wordt uiteindelijk je definitieve startcommando voor de spagaat. De spagaat is namelijk niet toucheren: dit gebruik je dan wel om dit kunstje aan te leren – het is een hulpmiddel – maar het is niet het (eind)doel van de oefening. Om dit extra duidelijk te maken aan je paard gebruik je daarom een ander, totaal verschillend stemcommando.
Het naar voren vragen van de voorbenen kan bovendien ook via de Jambette in plaats van het toucheren – op deze manier maakt je paard grotere stappen, waardoor het sneller voor hem duidelijk is dat hij wordt beloond voor het alléén naar voren halen van de voorbenen. Het grote nadeel hiervan is (waar ik met Lieve al heel snel achter kwam) is dat je paard gaat denken dat Jambette het startsignaal is voor de spagaat. Wilde ik dus mijn prachtpony in een vloeiende Spaanse Pas zetten (de Jambette achter elkaar, in stapvorm) dan sprong mevrouw in de spagaat, en andersom. Het heeft heel, heel lang geduurd voordat ik dit commando om kon zetten, dus de spagaat aanleren via de Jambette raad ik sterk af. Het is echter wel een optie, die daarom ook vermeld moet worden.
Je beloont je paard in ieder geval voor iedere stap naar voren – met de voorbenen, wel te verstaan – op wat voor manier je het voorwaarts dan ook aanpakt. Je paard mag hierbij overigens ook wel zijn achterbenen meebewegen, ja hoor, maar op het moment dat zijn hoefjes over de balk gaan, zet je hem als de wiedeweerga terug. Hiervoor heb je dus het achterwaarts nodig.
Het balkje zorgt ervoor dat de achterste benen als het ware ‘vast’ staan. Bij Lieve was in de beginfase dan ook te zien dat ze haar hoefjes strak tegen de balk zette – de lijn waarvan ze wist dat ze die niet over mocht gaan. Hier lag de nadruk voor haar dus vooral nog op het ‘niet passeren van de balk’ en was het begrip voor het ‘blijven staan van de achterbenen’ nog niet aanwezig. Je paard zal de eigenlijke reden voor de aanwezigheid van de balk in het begin dus niet direct snappen. Dit wordt hem echter wel duidelijk, want uiteindelijk kun je het balkje helemaal weglaten.