Je kent het vast wel: je paard of pony die opeens een paar van (zijn favoriete) oefeningen laat zien, zonder dat jij daar het commando voor hebt gegeven. Vaak voert je paard deze dan ook nog uit met zo’n wild, trots enthousiasme, dat het bijna onmogelijk is om hier niet (positief) op te reageren.
Ik heb het zelf in ieder geval vaak genoeg meegemaakt: Chicka strekt haar halsje en vraagt met die lieve, zwarte oogjes van haar om een kusje, of staat plotseling op het blok (of doet dit allemaal tegelijkertijd) en Lieve marcheert in een prachtige Spaanse Pas aan mijn zij – terwijl ik absoluut nietsvermoedend gewoon aan kom wandelen en me afvraag waarom al die mensen opeens zo raar naar me staan te kijken.
Zoals ik al lichtelijk naar voren heb laten komen in het hoofdstuk ‘Voedsel weigeren’ – over het aanleren van, en werken met de clicker – is het niet de bedoeling dat dit soort vurige, spontane uitbarstingen beloond worden. Het zijn paarden, geen kunstenaars!
Nu klink ik als zo’n keiharde tante die haar pony’s strak in het gareel heeft, maar niets is minder waar, haha. Want in de praktijk is het soms heel, héél moeilijk vol te houden om ongevraagde oefeningen niet te belonen.
Een klein voorbeeld: met Lieve ben ik al jaren bezig met liggen. Lieve begrijpt de oefening, maar blijft het erg lastig vinden om deze uit te voeren. Dit is niet erg en ook wel begrijpelijk, want een paard laat zich van zijn meest kwetsbare kant zien als hij, een vluchtdier, op de grond gaat liggen. Hij kan dan niet (snel) vluchten, zijn nummer 1 manier van overleven.
Het is daardoor een oefening die vaak gewoon veel tijd kost en nog veel meer geduld vergt. Áls het dan eens gebeurd dat Lieve gaat liggen, dan voer ik haar steevast tot ze barst – ook als ze dit ongevraagd doet.
Ik zal even goed uitleggen wat, en waarom ik dit doe, omdat dit natuurlijk lijnrecht ingaat tegen zo’n beetje alles wat ik zojuist stellig heb lopen verkondigen.
Voor mijn gedrag zijn twee redenen: het liggen is ten eerste een moeilijk kunstje dat bij Lieve nog in de aanleerfase zit. Dat wil in dit geval zeggen: het is niet vanzelfsprekend dat, als ik het commando voor liggen geef, ik ook het gewilde resultaat krijg – dit is zelfs iets zéér zeldzaams! Daarom wil ik Lieve ervan doordringen dat het liggen iets positiefs is – niet iets engs – door haar, steeds opnieuw, uitbundig te belonen voor deze specifieke actie. Uiteindelijk zal ze vaker gaan liggen, waardoor ik het langzaam maar zeker steeds beter op commando kan zetten.
De tweede – en meest belangrijke – reden is dat het liggen geen beweging is die gevaarlijk is voor het paard of voor de dan in-de-buurt-zijnde mensen. Er raakt niemand gewond als Lieve plotseling gaat liggen. Hetzelfde geldt voor oefeningen met het hoofd, zoals gapen en flemen. Dit zijn allemaal veilige, onschuldige bewegingen, die geen ernstige consequenties hebben als ze plotseling worden uitgevoerd.
Als een paard echter een gevaarlijke oefening als steigeren ongevraagd doet, mag dit nooit beloond worden en moet dit zelfs bestraft worden. Het is heel, heel gevaarlijk als paarden dit soort oefeningen ongevraagd uitvoeren. Stel je voor: er staat een kind voor mijn paard, zich van geen kwaad bewust, en plotseling besluit deze knol in spé dat het een puik idee is om even te laten zien hoe geweldig hij wel niet kan steigeren. Levensgevaarlijk! De consequenties zijn niet te overzien!
Nu is dit natuurlijk wel het allerergste van het ergste doemscenario, maar zelfs die kunnen (helaas) écht wel gebeuren. Overigens heb ik ook maar weinig recht van spreken, want ik vertelde zojuist nog de kleine anekdote van Lieve’s ongeplande Spaanse Pas. Dit vrolijke naar-voren-gooien-van-de-voorpootjes is zeker een kunstje dat op het lijstje hoort van oefeningen die niet ongevraagd mogen worden uitgevoerd – en toch doet Lieve het telkens weer, hoe vaak ik haar ook corrigeer.
Hierbij is het natuurlijk wel dat Lieve maar een klein paardje is van nog geen meter hoog – dus haar Spaanse Pas is, ook als ze deze ongevraagd doet, nog wel te overzien – maar in de ogen van een peuter is en blijft ze alsnog een joekel van een beest.
Het probleem is nu eenmaal – of nou ja, probleem – dat paarden slimme dieren zijn die er ook zélf plezier uit halen om deze oefeningen te doen. Dat doen ze niet voor het voer, want dat krijgen ze niet voor een oefening die niet gevraagd wordt.
Ze vinden het leuk om de dingen te laten zien die ze hebben geleerd, zijn trots op zichzelf en ze gebruiken het op een bepaalde manier ook zeker om aandacht te krijgen. Wie kijkt er nu niet als een paard opeens gaat marcheren als een soldaat, of op een blok hout klimt dat bijna net zo groot is als zijn eigen schofthoogte? Ook al willen we bepaald gedrag negeren, onbewust zullen we toch altijd een bepaalde vorm van aandacht blijven geven, hoe klein ook.
Paarden zijn dus intelligent; je kunt ze dingen bijbrengen. Dit houdt in dat ze hersens hebben, die ze niet alleen gebruiken om te leren – en dit wordt nog wel eens vergeten – maar ook om dingen te onthouden. Dit is natuurlijk logisch, want als dit niet het geval was zou je iedere dag weer van voren af aan kunnen beginnen, met álle oefeningen.
Als jij dus besluit om je Tinker met stokmaatje Gigantisch te leren steigeren – daar weken, maanden aan tijd in stopt – en dan vervolgens bedenkt ‘Dit is misschien toch niet zo’n goed idee, vanaf nu wil ik dit niet meer hebben’, dan, ja, dan ben je te laat.
Want je paard begrijpt dit niet. Je kan, als je je paard iets aanleert – en je voor lange tijd dus bepaald gedrag beloont – niet zomaar zeggen ‘Ik heb me bedacht! Dat steigeren mag vanaf nu niet meer!’
Dat is onduidelijk én oneerlijk naar je paard toe; eerst kreeg hij steeds een beloning als hij vol enthousiasme de lucht in sprong, en nu wordt precies datzelfde gedrag opeens, van de een op de andere dag, bestraft?
Je paard doet gewoon datgene waarvoor hij eerst de hemel voor in werd geprezen. Is het dan vreemd – is het dan zijn schuld – dat hij dit gedrag blijft vertonen? Jij, als trainer, hebt de verantwoordelijkheid naar je paard toe dat – áls je besluit hem bepaald gedrag aan te leren – je over de mogelijke consequenties hebt nagedacht. Paarden leven alleen in het nu en zullen (kúnnen) dit dus niet voor jou doen. Ben consequent en denk goed na of het wel zo ideaal is dat je paard opeens bepaalde oefening kan: als hij iets eenmaal kent, zal hij het ook niet meer vergeten.
Zorg er bovendien altijd voor dat je voor alles een duidelijk commando hebt, zodat je paard weet wanneer hij wat moet doen. Als jij niet eens het vaste commando voor een aangeleerde oefening weet, moet je er ook niet raar van staan te kijken als je paard ‘plotseling’ die oefening uit gaat voeren. Natuurlijk, af en toe is het zoeken naar het specifieke ‘knopje’ voor een bepaalde oefening – zoals ik dat nu heb met Lieve met het liggen – maar daarvoor zit het kunstje ook nog in de aanleerfase.
Het zoeken naar de juiste manier van het uitvoeren, en aanleren van een oefening, doe je in dit proces. Je kunt altijd van tevoren bedenken hoe je iets wil aanleren en wat je commando gaat worden – een goede voorbereiding is het halve werk! – maar dat wil nog niet zeggen dat je paard dit perfecte plannetje in jouw hoofd ook gaat volgen. Ieder paard is anders, en daardoor is het aanleerproces en de uitvoering bij ieder paard óók weer verschillend. Dat iets anders is, maakt het niet fout – de variatie maakt het juist leuk!
Zodra jij en je paard huppelend, hoef in hand, de aanleerfase verlaten, is het natuurlijk wél de bedoeling dat jullie samen hebben uitgevogeld wat het commando voor een oefening is en dat je paard deze alleen nog maar laat zien als je daar om vraagt. Dat is in ieder geval de theorie.
In de praktijk heb ik inmiddels wel ontdekt dat dit laatste onmogelijk is. Dat wil niet zeggen dat ik mijn pony’s niet onder controle heb of dat ze niet naar mij luisteren; ze vinden de oefeningen gewoon zo leuk, dat ze ze net iets meer laten zien dan absoluut nodig is. Een paard is een levend wezen, geen machine die je met een knopje aan en uit kan zetten. Hoe goed je paard dus ook naar je luistert, je zal nooit voor de volledige honderd procent de controle over hem hebben.
En bij vrijheidsdressuur moet je je ook afvragen of je dat wel wil; de nadruk ligt bij deze discipline niet op werken – zoals bijvoorbeeld wel met rijden het geval is, waar je paard gewoon altijd moet luisteren – maar op samenwerken. Als je paard niet zijn eigen mening naar voren mag laten komen – zich dus niet vrij voelt om spontaan bepaald gedrag te laten zien – dan kun je überhaupt nooit oefeningen aanleren.
Je zet immers een beweging die je paard van nature al kent, op een door jou bedacht commando. Om die twee dingen aan elkaar te kunnen koppelen, moet je paard al een paar keer bepaald gedrag hebben (durven) laten zien.
In de aanleerfase heeft hij dus al meerdere malen initiatief moeten tonen, en het is dan ook niet vreemd dat je paard daarna daar ook gewoon mee doorgaat.
Kortom: denk goed na hoe je een oefening aan wil leren en weet wat de mogelijke consequenties kunnen zijn. Jij kent je paard het beste, waardoor jij ook de beste inschatting kunt maken over hoe je paard met zijn nieuw verworven kennis omgaat. Dat Lieve bijvoorbeeld af en toe een Spaanse Pas laat zien, wil nog niet meteen zeggen dat zij dan ook direct een kind vijf meter de grond in trapt.
Ik hoop echt dat er nu nog mensen over zijn die aan vrijheidsdressuur durven te beginnen! Deze post was (overigens) niet bedoeld als een dreigement, maar als goedbedoelde waarschuwing vooraf. Begin gewoon met een goede basis en kleine kunstjes, en kijk waar dat jullie uiteindelijk brengt.
Tot de volgende keer!